Leonberger

De Leonberger kan last krijgen van verschillende erfelijke oogaandoeningen en heup- en ellenboogdysplasie (een afwijking die pijnlijk kan zijn en kan leiden tot mobiliteitsproblemen). Het is belangrijk om naar de oogtesten en heupscores te kijken voordat er wordt gefokt.

Deze hond mag als puppy geen trappen lopen en niet te veel beweging krijgen. Zodra de botten goed ontwikkeld zijn, kunnen ze langzaamaan meer gaan bewegen. Een volwassen Leonberger moet regelmatig lange wandelingen maken, waarbij hij graag losloopt en speelt. Hij is ook gek op water en doet niets liever dan zwemmen. Een paar uur beweging per dag wordt aangeraden voor een fitte, volwassen hond.

Honden van grote rassen hebben niet alleen een enorme eetlust, maar ze hebben ook voeding nodig met een andere verhouding van vitamines en mineralen. Dat is bijvoorbeeld belangrijk voor hun gewrichten en kraakbeen. Dit hondenras is ook vatbaarder voor een opgeblazen gevoel en maagproblemen. Je kunt het risico daarop wel minimaliseren door vaker kleinere maaltijden aan te bieden.

De Leonberger heeft een dubbele vacht, die bestaat uit een vrij lange, dichte bovenvacht en een dikke ondervacht. Hij heeft langere, dikkere 'manen' rondom de nek en borst en extra lange haren op de poten. De vacht moet twee tot drie keer per week worden geborsteld om dode en losse haren te verwijderen en de vacht in goede conditie te houden.

De meeste honden kunnen van nature goed opschieten met kinderen, maar het is toch belangrijk dat honden én kinderen leren hoe ze op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Zorg ook dat er altijd een volwassene in de buurt is en laat honden en jonge kinderen altijd onder toezicht met elkaar spelen.